Van baanbehoud naar werkbehoud. Dat is een van de adviezen die volgt uit het onderzoek van het UWV naar de van werk-naar-werktransitie van Wajong-gerechtigden. Vandaag publiceert UWV het gehele onderzoek dat werd uitgevoerd onder arbeidsdeskundigen, jobcoaches, werkgevers en Wajongers.

Veel Wajongers krijgen om uiteenlopende redenen te maken met baanverlies, blijkt uit het onderzoek. Hoewel zij na baanverlies goed in beeld zijn bij arbeidsdeskundigen van UWV blijkt de opstart van een re-integratietraject toch lang op zich te laten wachten. Een derde van de Wajongers heeft een jaar na baanverlies nog geen nieuw werk, en dat terwijl zij maar al te graag willen. De ondersteuning is, zo concluderen de onderzoekers, te veel gericht op het behoud van de huidige baan (baanbehoud) en niet zo zeer op het duurzaam aan het werk houden (werkbehoud). Dit vraagt om een verschuiving in de aanpak, waar inmiddels aan wordt gewerkt.

Aandachtspunten

Het onderzoek richtte zich op de periode 2015-2019. Een periode waarvan bekend is dat UWV kampte met een capaciteitsvraagstuk rondom begeleiding bij de werk-naar-werktransitie. De ondervraagden in het onderzoek geven aan dat er meer behoefte is aan vaste en goed bereikbare contactpersonen bij de als complex ervaren UWV-organisatie. Ook worden duidelijkere afspraken over rollen en verantwoordelijkheden genoemd als aandachtspunt. Het soms ontbreken van een regierol komt daarbij naar voren. Daarnaast geven Wajongers aan dat er behoefte is aan ondersteuning vanaf het moment dat ze te horen krijgen dat de baan eindigt om zo het gat tussen de vorige en een nieuwe baan te verkleinen.

Persoonlijke aandacht

De bevindingen uit het onderzoek zijn herkenbaar en arbeidsdeskundigen van UWV geven aan dat er in het verleden weinig tijd was om intensief contact te onderhouden met zowel de werknemer als de werkgever en de jobcoach. Met het verbeteren van de werkwijzen en processen is UWV inmiddels aan de slag. De dienstverlening wordt geïntensiveerd en arbeidsdeskundigen krijgen meer tijd om persoonlijk aandacht te besteden aan mensen met een arbeidsbeperking. Daarmee blijven de Wajongers permanent in beeld en kan sneller en beter ingespeeld worden op veranderende situaties zoals (dreigend) baanverlies. Ook krijgen ze meer tijd voor de afstemming en samenwerking met collega’s en met externe partijen zoals jobcoaches en werkgevers. Met de resultaten van dit onderzoek in de hand, wordt er nog nauwkeuriger gekeken hoe UWV de ondersteuning meer kan richten op het duurzaam aan het werk houden.