Om statushouders sneller aan het werk te helpen, verandert het inburgeringsstelsel vanaf 2020. Gemeenten krijgen meer regie en duale trajecten een centrale rol. Statushouders zijn dan tegelijkertijd bezig met het leren van de taal en het doen van betaald werk. Regioplan deed op verzoek van SBCM, Cedris en VluchtelingenWerk Nederland een inventarisatie naar de soorten duale trajecten en hun meerwaarde.

Snelle arbeidsintegratie

Duale trajecten worden aangeboden door:

  • gemeenten en SW-bedrijven (re-integratietrajecten vanuit de bijstand naar werk);
  • mbo-instellingen (opleidingen met extra taalondersteuning of gecombineerd met inburgering);
  • het bedrijfsleven (trajecten om voor te bereiden op werk).

Duale trajecten hebben diverse voordelen. De statushouder participeert snel, leert de taal in concrete context te gebruiken en versterkt zijn taal-en werkvaardigheden en zelfredzaamheid.

‘Het parallel lopen van leren en werken zorgt voor een snellere integratie en haalt statushouders uit de bijstand.’ SBCM-voorzitter Huib van Olden

Succesfactoren

Het onderzoek ‘Duale trajecten taal en werk’ omvat aanbevelingen en praktijkvoorbeelden voor Rijk, gemeenten, roc’s, SW-bedrijven en het bedrijfsleven om duale trajecten goed vorm te geven.

Uit het onderzoek blijkt dat zes factoren het succes van een duaal traject bepalen:

  1. Goede selectie en intake:het niveau van de deelnemers sluit aan bij de vereisten van het traject door inzicht in de kennis, wensen en persoonlijke situatie van de statushouder.
  2. Realistische verwachtingen: statushouder en werkgever weten wat ze kunnen verwachten.
  3. Matching met werkof stage door één professional.
  4. Adequate taalondersteuning: intensief en ingebed in de werkcontext.
  5. Begeleiding op de werkvloer: professionele nazorg en coaching door collega’s.
  6. Gedeelde visie van de betrokken partijen op doelstellingen en randvoorwaarden.

‘De economische situatie van vandaag biedt kansen om de lessen uit dit onderzoek nu al te gebruiken en daarmee niet te wachten tot 2020 als er een wettelijke plicht ligt.’ Cedris-voorzitter Job Cohen

Plan Inburgering en Participatie

Wouter Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, wil dat de gemeenten vanaf 2020 voor alle inburgeringsplichtige nieuwkomers een Plan Inburgering en Participatie (PIP) opstellen. Dat plan bestaat uit een persoonlijk programma voor het leren van de taal in combinatie met werk, vrijwilligerswerk, studie of stage. Onder het nieuwe inburgeringsstelsel kunnen gemeenten meer gecombineerde trajecten aanbieden en ontstaan er nieuwe, integrale leerroutes. Het onderzoek ‘Duale trajecten taal en werk’ biedt handvatten om het nieuwe inburgeringsstelsel goed vorm te geven en daarop vooruit te lopen.

Meer informatie