Rapport ‘Het Sociaal Ontwikkelbedrijf: werkvormen, kosten en baten’
De FNV heeft de ambitie om, in samenwerking met andere partners, de uitvoering van de Participatiewet voor mensen met een arbeidsbeperking te gaan verbeteren. Hiervoor heeft de FNV het initiatief genomen om te komen tot het recht op werk via het ontwerp van een sociaal ontwikkelbedrijf.
Het sociaal ontwikkelbedrijf
Het rapport ‘Het Sociaal Ontwikkelbedrijf: werkvormen, kosten en baten’ door Robert Capel beschrijft de financiële onderbouwing van deze plannen. Het schetst welke werkvormen en randvoorwaarden hiervoor nodig zijn. Deze zijn vervolgens vertaald naar de te verwachten kosten en baten.
Voor het sociaal ontwikkelbedrijf vormt de brede gedifferentieerde dienstverlening uit de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) het vertrekpunt, de ambitie is gericht op een zo veel mogelijk inclusieve arbeidsmarkt.
Vijf werkvormen
Om de maatschappelijke opgave te kunnen realiseren is van belang dat het sociaal ontwikkelbedrijf een samenhangend geheel van verschillende werkvormen en expertise kan bieden. Daarvoor worden vijf werkvormen onderscheiden: directe plaatsingen, individuele detacheringen, externe groepsgewijze plaatsingen bij private werkgevers en bij gemeentelijke opdrachten en intern werk.
Organisatorische randvoorwaarden
Naast het bieden van de verschillende werkvormen moeten ook organisatorische randvoorwaarden worden ingevuld zoals een integraal arbeidsontwikkelproces, werkgeversnetwerk en fysieke infrastructuur
Voor de financiering van het sociaal ontwikkelbedrijf is aan de hand van verschillende volumescenario’s gekeken welke uitvoeringskosten nodig zijn bij het samenstel van verschillende werkvormen. Onderbouwd wordt dat dit voor de nieuwe doelgroep in de orde van €7.500 per persoon ligt met een bandbreedte van €6.800 tot €8.300.
Maatschappelijk rendement
Vervolgens wordt ingezoomd op het maatschappelijk rendement. Initieel kost het de overheid aan uitvoeringskosten wat meer, maar met deze investering kan de werknemer toegevoegde waarde gaan realiseren. Het maatschappelijk rendement is €7.000 – €8.500. Dit positieve effect komt vervolgens terecht bij verschillende actoren (werknemers, werkgevers, gemeente en rijksoverheid).
Toekomstbestendige financieringssystematiek en passende arbeidsvoorwaarden
Het rapport doet aanbevelingen voor een toekomstbestendige financieringssystematiek, zodat ook voor de gemeente het investeren in de doelgroep mogelijk wordt gemaakt. Tot slot wordt aandacht besteed aan het vraagstuk van passende arbeidsvoorwaarden. Aanvullende voorwaarden bovenop het wettelijk toegestane absolute minimum leiden er toe dat het sociaal ontwikkelbedrijf in zijn rol als werkgever een deel van deze kosten zal moeten financieren. De extra kosten liggen in een bandbreedte van € 1.000 tot € 3.000 per persoon. De aanbeveling is om deze kosten generiek voor alle werkgevers op een vergelijkbare wijze te compenseren via een technische aanpassing in de berekeningssystematiek van de loonkostensubsidie.